IJzeren kraken werden vanaf 1876 gebruikt om op grote rivieren vracht te vervoeren. Ook werden ze als ‘overslagschip’ of ‘lichter’ ingezet om grote vrachtschepen buiten de haven te lossen en deze lading naar de pakhuizen te brengen. Ondanks dat er in totaal zo’n 200 kraken zijn gebouwd zijn er slechts enkele behouden waarop ‘kraakkenmerken’ nog zichtbaar zijn. Enkele van deze kenmerken zijn een ‘gebroken’ neus, een ver naar voren geplaatste mast, een doorgestoken roer en een groot roerblad. Dit laatste zorgt ervoor dat het schip ook op lage snelheid (bijv. op stromend water) nog goed bestuurbaar blijft. Grote kraken werden uitgevoerd met een liggend stuurwerk (haspel). Disponibel is de enige kraak waarop dit liggende stuurwerk nog aanwezig is. Ook is de onderdeks strijkbare mast zonder contragewicht niet alleen uniek maar ook origineel. De hiermee ontstane geringe doorvaarthoogte maakt dat het schip, in tegenstelling tot veel vrachtschepen van gelijke grootte, onder veel bruggen door kon om te lossen in binnensteden. Tussen 1922 en 1975 vervoerden Jan en Neeltje van Heiningen o.a. aardappelen, olie en rijst (voor rijstpellerij Hollandia) tussen Amsterdam en de Zaanstreek. Het schip had geen motor en voer op zeil of in een ‘sleep’ en werd dan met meerdere schepen voortgetrokken door een sleepboot.